Voor iedere simpele of meer complexe elektriciteit klus in je woning kom je in contact met de basisbegrippen van elektriciteit. Al gaat het over een oude gloeilamp vervangen door een led lamp, een extra stopcontact voorzien of een lichtpunt bijplaatsen in een nieuwe kamer, een goed begrip van onderstaande basis elektriciteit termen zal je steeds nodig hebben.
Om elektrische schema’s te kunnen lezen of zelf te tekenen heb je kennis nodig van de elektrische symbolen. Op de pagina eendraadschema symbolen kan je een overzicht vinden van de verschillende symbolen eendraadschema elektriciteit en hun betekenis.
Spanning
Spanning (U) of elektrische spanning – uitgedrukt in de eenheid volt – is het potentiaalverschil waardoor de elektrische stroom ontstaat en door de geleider stroomt. Hoe hoger deze spanning of druk, hoe meer stroom er door de geleider vloeit.
De meestvoorkomende netspanning bij ons is 220 volt bij 50Hz wisselstroom, maar ook lagere spanningen van 9 of 12 volt komen vaak voor met behulp van een transformator. Nog lager zijn de batterijspanning in knoopcellen terug te vinden in bijvoorbeeld horloges.
Stroomsterkte
De stroomsterkte – uitgedrukt in ampère (A) of milli-ampère (mA) – is de hoeveelheid elektriciteit die per tijdseenheid onder invloed van het potentiaalverschil door een elektrische geleider of leiding gaat.
Deze elektrische stroom kan gelijkstroom zijn die steeds dezelfde richting heeft, zoals bijvoorbeeld een batterij. Bij wisselstroom keert de stroom van de ladingdragers met een vaste frequentie van richting om, bijvoorbeeld de netspanning.
Weerstand
De elektrische weerstand of resistantie (R) – uitgedrukt in de eenheid Ohm – is een eigenschap van de geleider die de doorgang van de elektrische stroom bepaalt. Deze hangt af van de dikte, de lengte en de aard van het materiaal.
De weerstand is het omgekeerde van geleidingsvermogen. Is het geleidingsvermogen – en dus de weerstand klein – dan spreken we van een geleider. Omgekeerd, is de geleiding klein – en de weerstand hoog – dan hebben we het over een isolator.
Vermogen
Niet elk elektrisch toestel is even krachtig, die ene lamp brand feller, een stofzuiger zuigt krachtiger, een microgolf werkt sneller, … Hoe hoger het elektrisch vermogen (W) van een toestel – uitgedrukt in de eenheid watt – hoe krachtiger dit zal zijn.
Verbruik
Het verbruik is het vermogen van een toestel vermenigvuldigd met de tijd, uitgedrukt in kilowattuur (kWh) en bijgehouden door de elektriciteitsmeter van de netbeheerder. Toestellen met een hoger vermogen verbruiken dus ook meer energie en dat zie je terug in je energiefactuur.
Meterruimte of meterkast
Elke woning aangesloten op het lichtnet (distributienetwerk van de energieleverancier) heeft een meterkast. Het is de technische ruimte waar alle nutsvoorzieningen van de leverancier toekomen in de woning: drinkwater, gas, elektriciteit, coax (Kabel), telefoon (ADSL), glasvezelkabel, … Het is de scheiding tussen de openbare en particuliere leidingen.
De inrichting en afmetingen van de meterkast moeten voldoen aan bepaalde voorschriften. In een woongebouw met meerdere wooneenheden zijn de meterkasten vaak ondergebracht in een gemeenschappelijke ruimte.
Groepenkast of zekeringkast
In de meterruimte bevindt zich een groepenkast en deze is meteen het eerste particuliere punt na de elektriciteitsmeter die de stroom tussen de verschillende groepen verdeelt. De verschillende elektrische componenten (aardlekschakelaar, hoofdschakelaar, beltransformator, installatieautomaat, …) en de groepen zijn hierin vooraf of zelf te monteren.
Groepen of zekering
De stroomvoorziening in je huis is onverdeeld in verschillende elektrische groepen die elk verantwoordelijk is voor een deel van de stroomvoorziening in huis en beschermd wordt via een zekering. Deze groepen zijn zichtbaar op het eendraadschema en komt zeker van pas bij het verhelpen van een elektrische storing.
Aarding
De aarding is een geleidende (of galvanische) verbinding van een object met de aarde, die als onbeperkte capaciteit kan worden gezien. Het geaarde object krijgt hierdoor een spanning van nul volt (de “elektrische aarde”).
Door een elektrisch defect kunnen delen van het toestel onder spanning komen, de veiligheidsaarding verhindert de opbouw van potentieel waardoor bij aanraking de stroom door het lichaam zou vloeien. Bij een te grote aardlekstroom zal de installatieautomaat of smeltveiligheid in werking treden.
Het doel van de aarding is dus:
- Voorkomen van statische elektriciteit
- Afvoeren van bliksem
- Veilig aanraken van geleidende behuizing
Symbolen elektriciteit
De elektrische symbolen worden gebruikt in een elektriciteit- , situatie- of eendraadschema en geven een betekenis overzichtelijker en sneller weer dan tekst. De verschillende symbolen zijn onderverdeeld in enkele groepen en in overeenstemming met het AREI (Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties ).
[…] een standaard kruiskopschroevendraaier als je een apparaat uit elkaar wilt halen. Zeker als je elektronica gaat repareren heb je kleine en precieze schroevendraaiertjes nodig. Het is best mogelijk dat het […]